Eind augustus vroeg mijn zus of ik bij de bevalling van hun derde kind aanwezig wilde zijn. Ik was met stomheid geslagen, wat een groot en vrijgevig cadeau. Althans, zo heb ik dat ervaren. Maar ook een cadeau waarvan ik niet wist of ik het kon aannemen. Mijn zus liet me helemaal vrij, ik mocht tot het laatste moment beslissen.
De eerste dagen liep mijn al zo volle hoofd er helemaal van over. De voors en tegens wisselden elkaar in snel tempo af. Ik maakte lijstjes, besprak het met lief, mijn zus en mijn zwager, mijn andere zussen, mijn ouders, mijn persoonlijk begeleidster, mijn neuropsycholoog ... En ik kwam er niet uit. Ik was vooral bang dat mijn aanwezigheid (lees mijn emoties) bij de bevalling de blijdschap voor mijn zus en zwager zou verpesten. Dat is wel het allerlaatste wat ik wil.
Ik besloot de beslissing uit te stellen. In de tussentijd kwam er ook zoveel op mijn pad dat het iets naar de achtergrond verdween. Dit gaf wat rust en de relaxte houding van zus en zwager droeg daar zeker ook aan bij.
Nu de bevalling nadert (de uitgerekende datum zijn we inmiddels voorbij) ben ik er uit. Nou ja ... zo goed als. Zodra we ‘het’ seintje ontvangen gaan we richting ziekenhuis, mijn tas is gepakt, met prikkeldempers als zonnebril en oordoppen. En mocht het uiteindelijk toch niet haalbaar zijn, qua prikkels of emoties, dan is lief er om me naar huis te brengen.
Ik kijk er naar uit mijn neefje of nichtje te ontmoeten ...