Net zoals de renners in de Tour de France heb ik vandaag een rustdag. De etappe van gisteren voerde ons namelijk van Nederland naar Zweden. Voor de komende dagen staat er helemaal niets op de agenda behalve mijn pijnlijke en overprikkelde hoofd tot rust brengen.
We ontbijten op de veranda en daar breng ik ook de rest van de ochtend in alle rust door. Lief gaat alleen op pad voor de boodschappen. Ik zit heerlijk beschut op de veranda met de hond aan mijn voeten en geniet van de stilte. Na de middagdut is mijn hoofdpijn een stuk minder en besluiten we een stukje met de hond te gaan wandelen. Je loopt hier zo van de oprit de natuur in. Waar ik in Nederland de deur niet uit kan zonder oordoppen, denk ik er hier niet eens aan.
Bij terugkomst zoek ik mijn favoriete plek op de veranda op terwijl lief het eten klaar maakt. En dan ineens stromen de tranen over mijn wangen. Het besef dat ik in Nederland na een dag vol prikkels zoals gisteren “veroordeeld” ben tot binnen blijven en dat dat hier, op deze mooi stille plek in Zweden, niet nodig is dringt diep door. Ik probeer het lief uit te leggen.
Zittend op de veranda komt mijn pijnlijke, overvolle hoofd tot rust. Hier voel ik me weer tot leven komen. Een buitenmens van nature, die nu door haar hersenletsel makkelijk overprikkeld raakt en in Nederland meer binnen zit dan goed voor haar is. Vandaag doet me denken aan vroeger, aan de tijd die ik doorbracht bij opa en oma op de boerderij. Hele dagen buiten doorbrengen, helpen op het land, gewoon buiten zijn.
Dit is de plek waar ik van droom, de rust en stilte waar ik naar verlang. Dit is de reden dat ik af en toe een staatslot koop. Maar de komende weken hoef ik niet te dromen, ik mag samen met lief genieten van deze fantastische plek.